Halverwege Stormhill (naast de hut) begonnen we vanavond ons avontuur. De Site of Grace wees me richting het grote kasteel bovenop de berg, maar ik durfde het nog niet aan.

Eerst wilde ik even een andere hoek van de kaart verkennen. En aangezien ik nu een paard had, dacht ik dat ik dat wel aandurfde.

Dus teruggegaan naar de ruïne vlakbij de grote poort en toen de andere kant op gegaan. Eerst maar eens die vijanden te paard proberen. Dat ging eigenlijk wonderbaarlijk goed, versloeg de eerste en sloop toen verder naar een kamp is verderop. Daar versloeg ik ook alle vijanden en besloot nog verder te kijken.

Verderop zie ik een open veld, maar wanneer ik dat veld nader komen er allemaal bliksemschichten naar beneden. En ik hoor “iemand” bulderen uit de verte, dus dat laten we maar even zitten.

Ik besluit om de groep wolven – die over het veld dwalen – te lokken, maar uiteindelijk komen ze en masse op me afgerend en moet ik zelf vluchten voor m’n leven. Nadat ik enige afstand heb gepakt, komen ze nu wel 1-voor-1 de rotsen opgesprongen en kan ik ze eenvoudig afmaken.

Als ik daarna verder loop, zie ik een of andere kruipende hersens-monsters. Hele grote trage blobbers met tentakels aan de voorkant. Ik spring op m’n paard (Torrent) en storm er op af. Dankzij m’n wendbaarheid kan ik een paar flinke klappen uitdelen voordat het monster ineens opvliegt en me bijna plet. Ik spring achteruit, maar had niet goed op m’n omgeving gelet … en ik stort van een hoge klif af.

You Died

Ok, dat was zonde – want ik had meer dan 3000 runes – genoeg om weer een keer te kunnen levelen.

Maar niet getreurd, zo lastig was de weg ernaartoe niet. Besloot alleen om nu niet weer alle wolven te gaan bevechten, kon er wel even omheen lopen.

Maar onderweg naar m’n verloren runes, zag ik weer die vijanden te paard … die waren easy. Dus die kon ik wel ff meepakken.

Maar daar verkeek ik me op – typische Soulsborne-gedachte … m’n aanvallen miste de ruiter en hij raakte mij wel. Ik kon nog net op tijd wegkomen, de berg op. Maar hij achtervolgde me en na een kort gevecht (waarin ook nog eens een andere vijand mee ging doen, omdat ik daar te dicht bij in de buurt kwam) waren m’n healing-flasks op en kreeg ik de laatste klap.

You Died

Alweer.

En nu was ik m’n 3000 runes kwijt. Voor altijd.

Ach ja, zo gaat dat in dit soort spellen. Kan er altijd wel (beetje) om grinniken.

Dus toen maar eventjes bij het meer gaan kijken, daar aangekomen een stukje door een kloof gelopen, wat skeletten verslagen die constant respawnden – totdat ik ze goed-goed kapot hakte. En door de kloof verder gelopen … totdat de meldingen van de mede-spelers begonnen te roepen: “strong enemy ahead” – toen ben ik maar even omgekeerd. Ga daar ander keertje wel weer kijkje nemen.

Toen besloot ik om nog iets verder in de hoek te gaan verkennen. Alleen liep er op de brug een hele grote ridder te paard. Heb hem een keer geprobeerd, maar werd keihard de grond in gehakt. Maar ontdekte iets later dat ik “stiekem” via een omgevallen gebouw over de grote kloof kon springen en zo toch aan de overkant kon komen.

Daar tijdje rondgelopen. Een of andere grote bloem gevonden, die allemaal magic op me afvuurde en kwam bij wat verschillende ruïnes met allemaal items en vijanden.

Ga hier later nog wel eens ff verder verkennen – voelt beetje alsof ik nu te ver van de main-path afdwaal. Ga nu eerst wel weer ff verder met het “normale” pad, naar het kasteel en dan hier wel keertje verder rondkijken.

Besloot om nog eventjes terug te gaan naar de eerste kerk en daar zat ineens een soort van “heks”, genaamd Ranni. Ze geeft me een bell waarmee ik spirit guides kan oproepen – hulptroepen die aan mijn zijde vechten. Ik besluit om in de donkere grot bij het bos nog even de boss daar te checken. Dat blijkt een of andere wolf-man te zijn, welke ik na 2 pogingen versla – waarbij de tweede poging ik m’n geesten-wolven-roedel inzet en eigenlijk super-easy de boss versla.

Ik bevecht ook nog de grote “trol” op het pad richting het strand. Had het gevoel dat ik hem wel kon verslaan, wat ook lukte na 2-3 pogingen. Kreeg er niet veel bijzonders voor terug, maar was wel een leerzame ervaring.

En toen was het echt tijd om te gaan slapen, was inmiddels al 1:30 (’s nachts, ja) … dus hoog tijd voor bed.