Gisteravond maakte ik m’n eerste stapjes in het Dark Souls universum. Na het broertje (Bloodborne) te hebben gespeeld, was ik heel enthousiast.

Maar had me beetje verkeken op hoe anders nog Dark Souls is. Of eigenlijk, hoe anders Bloodborne was ten opzichte van de Souls-serie.

In Bloodborne ben je agressief en loont het om aan te vallen. In Dark Souls is het juist de bedoeling dat je afwacht, je schild ophoog houden en defensief speelt.

Na eerst een half uur m’n karakter z’n uiterlijk ter hebben getweaked (met 3684 schuifjes voor van alles, van kaak breedte tot hoe je neus er precies uitziet. Heel indrukwekkend.) ging ik van start. Ik had als class een Mercenary gekozen. Zag er nice uit en had ook de begin-stats welke me het meest aanspraken.

Het begin was niet zo moeilijk. Paar kleine vijanden, welle ik nog steeds voorzichtig moest benaderen. En al snel kwam ik bij de eerste (tussen) boss – een grote ridder met een gigantische hellebaard.

Na een paar keer geprobeerd te hebben, hield ik het voor gezien. Moet nog even omschakelen, nog leren hoe je precies in Dark Souls het gevecht aan moet gaan.

{0:25 minuten gespeeld en level 10 (beginlevel van Mercenary) }