Ik ben breed. Heel breed en gespierd. En ik praat met een zware stem.

Waarom? Omdat ik stoer ben. En ik loop dan ook stoer met m’n – net zo stoere – maten door de ondergrondse grotten. In onze handen hebben we een geweer met daaronder een kettingzaag. Lekker grof. En stoer.

Deze grotten zijn de thuiswereld van de Locust; lelijke gedrochten welke de mensheid hebben aangevallen. En daarom zijn we nu met ze in oorlog. Logisch.

Ineens hoor ik geschreeuw en zie groep Locust grommend aankomen in de verte. Snel zoek ik dekking achter een rotsformatie en ik zie mijn vrienden hetzelfde doen. Ondanks dat we heel breed zijn, passen we nog wel achter de rotsen. De groep Locust begint te schieten en wij antwoorden – vriendelijk als we zijn – met hetzelfde.

De Locust zoeken ook dekking, maar wij doen het iets beter. We komen er alleen soms even uit om een schot te lossen, om daarna weer snel weg te duiken. Mijn vrienden zijn zelfs iets moediger dan ik. Ik blijf lekker zitten en gebruik vooral m’n sniperrifle om van een afstand de tegenstanders gelederen beetje bij beetje uit te dunnen.

Dat werkt perfect.

Vanaf een afstand aanleggen, richten, inzoomen en dan *pats* weer een monster een kopje kleiner (letterlijk). En dan weer snel terug in dekking om te herladen en het volgende slachtoffer uit te kiezen.

Dit voelt alsof ik in een rollercoaster zit, alsof het in een grote hollywood film is en ik ben de hoofdpersoon! En het gaat maar door. Na dit gevecht volgen er nog vele en na een paar uur rondzoeken in de grotten belanden we bij het paleis van de Locust Queen en rennen naar binnen.

Ik draai me om en roep tegen Lies: “Dit is het einde. Alleen de Queen nog en dan kom ik naar huis!”

Maar nee, het avontuur is niet afgelopen bij de Queen. Er volgt nog een heel hoofdstuk, nog meer actie, nog meer geschiet en geweld. En ondanks dat ik nog niet naar huis kan, vind ik het heerlijk. Ik ben een actieheld en ik maak m’n eigen verhaal.

gearsofwar2Gears of War 2