Een eiland in de oceaan van weblogs

Wanna-be-hero

Gisteren had ik uiteindelijk Fable binnen en na het avondeten zette ik m’n eerste stappen in de wereld van Aldion. Als klein jochie van een jaar of twaalf moest wat kleine ‘questes’ (vrij vertaald: zoektochten) doen. Ik moest de pop van een meisje terugvinden, de schuur van een boer bewaken en een vrouw helpen haar man te vinden. Als waarderig ontving ik een aantal goudstukken en zo leerde ik de basisvaardigheden om mezelf besturen.

Een uur later dwaalde ik dieper door de wouden en bezocht ik dorpen. Ik had m’n vechttrainingen afgerond en was vaardig met het zwaard, de pijl-en-boog en met een handje magie. Maar ik was nog steeds nieuw in deze wereld en niemand kende of vreesde mij. Daar moest ik dus nog iets aan doen. 🙂

Enkele uren later had ik wat reputatie opgebouwd en waardeerde men mij om mijn heldhaftigheid. Wanneer ik een stad binnen kwam lopen, werd ik begroet met applaus en enthousiast gejoel. Dat voelde goed en ondanks het late tijdstip besloot ik mijn weg te vervolgen en door te gaan.

De volgende ‘quest’ was het beschermen van een boerderij tegen bandieten en daarna moest ik een aantal handelsreizigers begeleiden tijdens hun gevaarlijke tocht door het woud.

Gratieus hanteerde ik mijn zwaard terwijl ik de bandieten doorkliefde en met een gebaar van m’n hand vielen ze dood neer voor m’n voeten.

Ik groeide. En al snel was ik sterker, sneller en vaardiger dan nooit tevoren. En met mijn vaardigheden, groeide m’n reputatie. Mensen begonnen me nog meer te aanbidden, kinderen dartelden om me heen en riepen m’n naam. Ik kreeg steeds gevaarlijkere opdrachten en daardoor meer reputatie als held.

En toen keek ik op de klok, het was inmiddels al 1:15 en morgen moest ik gewoon weer naar werk. Helemaal de tijd vergeten. Alle heldendom zorgde voor het ‘nog-even-doorspelen-dan-stop-ik-echt-syndroom’ en met tegenzin verliet ik de wondere wereld van Aldion. Een paar minuten later plofte ik in m’n bed en viel in een dromeloze slaap.