Gisteravond besloot ik panne(n)koeken te gaan bakken. Altijd leuk en lekker. Maar er is een gouden regel:

“Bij het bakken van panne(n)koeken zult Gij immer iets vergeten!”

Zo vergat ik de vorige keer de appelmoes – ja, ik eet appelmoes op een panne(n)koek!
En de keer daarvoor had ik alles klaar, beslag gemixed en alles – en toen kwam ik erachter dat ik geen boter had voor in de pan. Zucht.

Deze keer dacht ik alles te hebben:

– panne(n)koekmix
– water (het is luie-mensen-mix, dus hoef alleen water toe te voegen)
– appelmoes
– ontbijtspek (voor L.)
– boter

Dus het rijtje was compleet – ik kon beginnen. Had zelfs speciaal voor de panne(n)koeken m’n eigen koeke(n)pannen uit de berging gehaald, want tja… die bakken toch het lekkerst.

Ik deed m’n schort om en we deed wat boter in de pan. Mmm. Begon meteen lekker te ruiken. Maar geen panne(n)koeken-boter-geur, nee… het rook naar gebraden vlees. Lekker, maar niet gepast. En na een blik op de boter was het me duidelijk, het was Vlees&Jus-boter! Bah.

Dus toen:

Schort uit, schoenen en jas aan.
Deur uit, winkel in.
Kale boter kopen.
Winkel uit, huis in.
Schoenen en jas uit, schort aan.

En toen konden we – alsnog – beginnen.

Achteraf wel blij dat ik de verkeerde boter had, want anders was de gouden regel deze keer niet opgegaan en tja… dan hadden de panne(n)koeken nooit lekker kunnen zijn.

En lekker, dat waren ze zeker 🙂