Vroeg opstaan kan ik niet. Ook nooit gekund, ben geen ochtendmens. Kan heel goed tot 2 uur ’s nachts rondrennen – geen probleem – , alleen voel ik dat de volgende morgen extra hard.
Als ik dan eens vroeg opsta, dan loop ik als een zombie door het huis te strompelen. Gapend en met een duffe blik in m’n ogen schuivel ik dan ’n beetje in het rond. Beetje doelloos rondsjokken, eigenlijk niet wetend waarheen. Meestal beland ik – automatisme? – bij de computer om daar even suf m’n mail en het vaste rondje websites te checken. Vaak blijf ik dan weer zo lang hangen dat ik de tijd vergeet en me moet haasten om de trein te halen.

En ja hoor, vanochtend was het weer zo’n dag. Ik kruip uit bed, nog helemaal onder invloed van de nacht, en beland weer voor het raam naar het wereldwijdeweb, de computer. Even m’n mail checken en een beetje rondsurfen. Nog even de tv aangezet – niet echt gekeken – en al snel moet ik me weer haasten. Ik vlieg-ren-spring door het huis, voer alle ochtendrituelen in bloedvaart uit, spring op de fiets en flits-slip-race-glij-rem-spurt naar het station. Als ik daar aankom zie ik op de grote stationsklok dat er nog 4 minuten resteren voordat de trein vertrekt. Mooi zo, ben nog keurig op tijd.

Maar dan klinkt er door het station:
“De sneltrein met als eindbestemming Amsterdam Centraal – vertrektijd acht uur vier – heeft een vertraging van tien minuten. Herhaling…”