Vanochtend vroeg opgestaan, want er was werk aan de winkel. Er stonden een aantal ‘klusjes’ op het programma, waarvan veel in de tuin. Zo waren er twee maanden geleden vier bomen uit de voortuin gehaald. Twee hele grote bomen – waar de stronken nog van uitstakend – en twee kleine boompjes. Maar nu moesten de stronken en alle wortels uit het omliggende stukje grond.

Deze taak had ik mezelf dus toegekend. En daar stond ik dan met een steekschop in m’n hand en begon vol goede moed alle grond af te graven rondom de stronken. Maar dat wilde niet zo. Overal – en dan ook echt overal – waren wortels. Van de bomen, maar ook van de struiken die er hadden gestaan. En vier uur lang hebben we – broertje Jasper en ik – staan graven, hakken, scheppen, vloeken en zuchten. Maar uiteindelijk wel een ‘methode’ ontwikkeld: omdat je niet goed de aarde kon wegscheppen – door de vele wortels – schepten we met een klein handschepje eerst alle aarde tussen de wortels los, daarna met de grote schep/schop/steekschop al het aarde op een berg gegooid (half in de bosjes, maar ok :)). En dan – als de wortels blootgelegd waren – ze afknippen/hakken.

We zijn tot 1/3 gekomen, want toen begonnen we teveel last van onze ruggen/handen/armen te krijgen en zijn we gestopt. Ik zal binnenkort nog wel even een fotootje schieten van het tussenresultaat. En binnenkort weer verder, want het moet wel af. Ooit. 😛